foto15

'Als wij langs de hospice rijden, komt er een warm gevoel in ons op. In januari 2012 werd onze moeder en schoonmoeder, oma en overgrootoma ziek. Na drie dagen in het ziekenhuis te zijn opgenomen, bleek dat ze heel ernstig ziek was. Zo ernstig dat herstel niet meer mogelijk was. Op de afdeling waar ze op dat moment lag, kon ze niet blijven, er moest gekeken worden naar een andere oplossing. In een gesprek met de arts werd genoemd dat de hospice een mogelijkheid voor haar was.

Binnen het uur stond de coördinator van de hospice aan het bed van moeder. Helaas kreeg ze er zelf niets van mee, maar voor ons voelde het contact gelijk goed. Er was direct plaats en binnen twee uur was het geregeld dat moeder naar de hospice kon. Ik herinner me nog heel goed dat de zon door de ramen scheen, toen ik met haar de hospice binnen kwam. Moeder werd van de brancard in bed gelegd en terwijl ze de hele dag haar ogen nog niet open had gedaan, deed ze haar ogen open. Glimlachend vroeg ze: 'Waar ben ik?' Ik vertelde haar waar ze was en dat ze op de kamer lag die 'de klaproos' wordt genoemd. Moeder zei toen 'En de klaproos, dat ben ik.' Wij voelden dat we een goede beslissing hadden genomen. Het welkom door de medewerkers en vrijwilligers viel als een warme deken om ons heen.

De dagen die hieraan vooraf gingen waren voor ons zeer verwarrend. Moeder woonde nog zelfstandig, maar binnen drie dagen tijd werd ze heel ziek. Ze was soms zelfs niet meer aanspreekbaar. In de hospice gebeurde een wonder, want het leek of moeder wat herstelde. Ze begon weer te praten, herkende ons weer en was vooral heel dankbaar. Het was inmiddels wel duidelijk dat ze niet meer beter zou worden en dat was heel verdrietig. De vele aanloop van kinderen, kleinkinderen, achterkleinkinderen en anderen deed haar heel goed. Wij vonden het wel eens teveel maar moeder niet. Ze genoot zichtbaar van alle aandacht. Moeder vond het bijzonder dat er zoveel lieve mensen om haar heen waren en ze zei dan ook regelmatig 'Het lijkt wel of ik op vakantie ben, zo fijn is het hier' en 'Ze zijn hier zo lief.' We hebben nog twee goede en fijne weken gehad. Twee weken die herinneringen hebben achtergelaten die we niet zullen vergeten. Wat een fijne mensen werken er in de hospice. De aandacht, een praatje, de uitgestoken hand, een arm om je schouder, het kopje koffie of thee met een koekje, het zingen met moeder: niets was teveel.

Helaas is onze moeder overleden en daar zijn we verdrietig om, maar de herinneringen zullen we blijven koesteren. Dankzij de warme, liefdevolle verzorging van de medewerkers en vrijwilligers van de hospice en de verpleegkundigen van Icare kunnen we terug kijken op twee mooie, laatste weken van het leven van onze moeder.'